Projecteringsadvies conform NEN4001
De NEN4001 wordt beheerd door de NEN: Stichting Koninklijk Nederlands Normalisatie Instituut. Zij hebben kantoor in Delft. NEN stelt over de NEN4001 nl het volgende:
Onderhoud van draagbare blustoestellen
Deze norm is van toepassing op de totstandkoming en de instandhouding van de brandveiligheid in gebouwen inclusief de bijbehorende bedrijfsterreinen en is opgesteld voor allen die bij de brandveiligheid betrokken zijn. Deze norm omschrijft de projectering van draagbare en verrijdbare blustoestellen in gebouwen, met uitzondering van particuliere woningen. Bij het opstellen van deze norm is het blusvermogen van draagbare blustoestellen volgens NEN-EN 3-7 en NEN-EN 1866 voor verrijdbare blustoestellen als basis gehanteerd.
Kernpunten NEN4001
De kernpunten in de NEN4001, die voor jou als eigenaar van draagbare blusmiddelen belangrijk zijn, worden hieronder in het kort uiteengezet:
[tekst uit NEN4001] Algemeen
De brandbeveiliging van een gebouw omvat vele maatregelen, die altijd in samenhang moeten worden beschouwd. Blustoestellen vormen een belangrijk onderdeel van deze maatregelen, maar ze nemen niet de noodzaak weg van andere maatregelen zoals het plaatsen van brandslanghaspels, droge blusleidingen, sprinklers, blussystemen of branddetectie. Blustoestellen zijn zeer waardevol in het beginstadium van een brand, wanneer hun snelle verplaatsbaarheid en onmiddellijke beschikbaarheid een snelle bluspoging mogelijk maken.
[tekst uit NEN4001] Ontwerp
De projecteringsdeskundige blustoestellen moet van de locatie een RI & E maken van de indeling, het gebruik en de aanwezige normale en bijzondere risico’s. Hieruit volgen een projecteringszonering en een ontwerp met keuze van de juiste aantallen en typen blustoestellen.
[tekst uit NEN4001] Keuze van de blusstof
De gekozen blusstof moet geschikt zijn voor het meest waarschijnlijke type brand in het gebied waarvoor het blustoestel bedoeld is. De belangrijkste blusstoffen zijn: water, water met toevoeging, schuim, bluspoeder, CO2, chemische blusgassen.
[tekst uit NEN4001] Bepaling van de vereiste blustoestellen
De beveiliging van een gebouw omvat basisveiligheid en aanvullende beveiliging voor specifieke brandrisico’s. Om tot een juiste bepaling van het aantal blustoestellen te komen, wordt als eerste het gebouw ingedeeld in projecteringszones.
[tekst uit NEN4001] Aanvullende beveiliging
In gebieden met bijzondere brandrisico’s moeten op basis van de RI & E (zie 4.1) naast de basisapparatuur volgens 4.4.1.2(basisbeveiligingseenheid) aanvullende blustoestellen ten behoeve van deze bijzondere brandrisico’s worden geplaatst.
Binnen een gebouw komen verschillende lokale brandrisico’s voor die vragen om bijzondere aandacht. Indien zich in een ruimte brandrisico’s bevinden op een hoogte, groter dan de worphoogte van de geprojecteerde blustoestellen, moet de aanvullende beveiliging worden gerealiseerd.
Terreinen of gedeelten van terreinen waar opslag van brandbare stoffen of materialen plaatsvindt, moeten worden voorzien van aanvullende beveiliging, per 150 m2 of een gedeelte daarvan. Bij tijdelijke werkzaamheden met open vuur moet tenminste één blustoestel met een inhoud van minimaal 6 kg/4 l aanwezig zijn binnen 5 m van de werkzaamheden.
De NEN4001 is door iedereen te bestellen bij NEN: https://www.nen.nl/norm-kopen